Poëzie

Onlangs verscheen ‘Zwemlessen voor later‘. Het is de eerste literaire worp van de Klimaatdichters, een groep van meer dan zestig Vlaamse en Nederlandse dichters van diverse pluimage, maar met één gedeelde zorg: de toestand van onze planeet. Voor deze bundel schreef ik het gedicht ‘Nulmeting’.











En daarvoor:
In 2006 begon ik met het schrijven van poëzie. Daar  kon je alles over lezen op zevendezee.be. Die site bestaat niet meer, maar hier vind je stukken uit het zevendezee-archief.

In 2009 werd ik lid van het dichterscollectief Pazzi di Parole  en in 2011 en 2012 was ik de derde dorpsdichter van Doel. Ik deed daar verslag van op de site DorpsDichterDoel. Met Pazzi di Parole bracht ik in het voorjaar van 2015 een gezamenlijke bundel uit rond stilte: ‘Een kier in het rumoer‘.  In 2016 werkte ik samen met het schrijfcollectief Woordwasdraad.  Runa Svetlikova, Johanna Pas en ikzelf maakten de voorstelling ‘Ruis’. In 2017 verscheen ‘Lopen op los zand‘, een bundel met gedichten rond kanker, ook geschreven met de dichters van Pazzi di Parole.

Enkele oudere gedichten staan op soundcloud: Observatie, Moeder en Barst. Ze zijn alle drie beland in de top 20 van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012/2013. Hieronder kan je ze lezen en ‘hier‘ kan je ze horen. Veel luisterplezier!

Observatie

Ze draaien rond in hun glazen lokaal,
terwijl god in een hoek zit te gluren.
Hoe de witte flappen van hun jassen
zwierig hun beweging onderstrepen,

het zegt hem niets. Hij leest het happen
van hun lippen, ziet hoe zijn naam
op elke tong verschijnt. Hoe hij alleen
de zaal in puin, een volle ziekenboeg

en alle hens aan dek. Daar is de naald,
daar zijn de lange mouwen. De woede
is voorbij, god reikt sereen zijn handen.

Hij wil alleen nog weten hoe ze vechten
voor hun leven. Wenen ze? vraagt hij.
Of knarsen ze met hun tanden?

Moeder

Alle dagen schrobt ze vergeefs het vuil
van de vloer, de huid van haar jongen,
haar eigen nagels stuk. Ze wringt de nek
van haar geluk in veel te nauwe kragen.

Alles moet schoon naar school en altijd
komt het vuil terug, nooit raakt ze daar
nog van af. Nooit heeft ze genoeg zeep
in huis en nooit is zij nog aan de beurt.

Van woede kookt ze haar eigen botten af,
spuwt een pan vol soep voor haar kroost.
Voeden is haar plicht. Zij eet alleen

brokken roomgele zeep, om de wrok
die naar haar lippen stijgt te stoppen.
En kauwt tot het schuim op haar tanden.

Barst

Er zit een barst in ons bestaan,
het is zo duidelijk dat niemand
hem ziet zitten. Iedereen kijkt
iemand anders aan. Een hond

haalt vrolijk een schouderbot
op en plots wil iedereen leren
apporteren. Wat kan een barst
de dartele tweevoeter schelen?

Er zit een barst in ons bestaan,
een camera staat vierentwintig
zeven aan, een waakhond blaft
naar vierentwintig schermen.

Elk scherm vertoont een identieke
barst. Een werkgroep stelt geen
onregelmatigheden vast.

Soms sta ik met mijn gedichten op één of ander podium, en na afloop komt er vaak iemand vragen waar ze die ‘vrouwen’ gedichten kunnen lezen. Hier staat er één: 

Verbeter mij

want men zei me dat ik een meisje was
en vroeg me of ik daar blij mee was
en of ik dan alle dagen op tijd
voor het eten zou zorgen.

En men zei dat ik onderdanig was
en geneigd om te volgen en dat ik
zou vloeien. Met regelmaat, en discreet
onder mijn rokken. Verbeter mij

want ik heb een naakte achterkant,
een rusteloos profiel en ik durf
op tafel slaan, zonder dat er deeg
ligt om te kneden, en ik kijk niet

altijd naar beneden. Verbeter mij,
als mijn blik te wild wordt of mijn tong
te scherp. Als de onrust van het vlees
mijn zinnen binnen dringt, verbeter mij.

Van bloed maak ik vruchten.
Dat kan niet te vertrouwen zijn.

Met onderstaand gedicht won ik in 2006 de publieksprijs in de gedichtenwedstrijd op vrouwendag:

Wat vrouwen van alle kleuren kunnen
maken uit één groot wit laken

Doeken voor de kinderen,
doeken voor de neus en
voor de tranen uit je ogen.
Verband voor de wonden,
een sluier voor de zonden.

Een rok, een hemd,
een broek, een hoes voor
een verboden boek,
een handdoek voor de vaat
of iets dat nog niet bestaat.

Doeken om te zeven,
doeken voor nieuw leven,
slingers voor een feest.
Stroken om iets te binden,
linten om je weg te vinden.

Sterke touwen voor de vlucht,
doeken om een kind te dragen.
Lappen om alles schoon te
vegen, proppen om te stelpen.
Alles om te helpen.

En voor de donkerste dag:
een witte vlag

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s